donderdag 17 december 2009

Recensie "Hoe het varken...." uit zone 03

OVER HOE HET VARKEN AAN ZIJN KRULSTAART KWAM

Oog en oor worden op gelijke voet verwend in dit gestileerde miniatuurtje.
Weinig gezelschappen beheersen zo¿n divers repertoire als het Ensemble Leporello, dat onder leiding van Dirk Opstaele nu eens groots en episch uit de hoek komt (MacBethbranding), dan weer klein maar gepolijst, zoals in dit fijne sprookje Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam. Rode draad door het veelvormige verteltheater van Leporello is het feit dat muziek een minstens even grote zeggingskracht heeft als het woord. En dat maakt ook van dit varkentje een sprankelend vertelconcert.
Een oude man betreedt schuifelend de scène, een kopje bibberend in de hand. Hij sleurt met instrumenten: een grote trom, een cimbaal. De verleiding om even het slagwerk aan te tikken is groot¿als een kleine jongen schrikt hij van de dreun die hij veroorzaakt. Zo eenvoudig kan het zijn om een scène spannend te maken.
De man is de stokoude engel Gabriël (Dirk Van Vaerenbergh), die een heroïsch verhaal uit zijn jeugd komt vertellen. Lang geleden, toen Gabriel nog een kwiek jong ding was, schiep god alle dieren bloot, rozig en zacht. Geen gezicht, zo'in hunnen bloten¿, vond Gabriel. Op zijn aandringen daalt God nogmaals ter aarde, de kleurdoos onder de arm, en voorziet hij zijn schepselen van krullen, haren, vlekken, strepen of schubben. Alleen het varkentje heeft pech: wanneer het waggelend komt aangerend is God al weer naar boven verdwenen. Gabriël krijgt medelijden met het blote diertje¿
Het is even wennen aan de expressieve en soms expliciete speelstijl van Van Vaerenbergh, maar het enthousiasme waarmee hij opgaat in zijn verhaal en zijn lange lijf heen en weerzwiept¿verdwenen is de oude man van het begin¿krijgt al gauw iets koddigs. Gabriël kent zijn diviene pappenheimers: de ironische wijze waarop hij de nukkige en ijdele 'Goede Vader¿ bespeelt doet denken aan de picareske fratsen van Tijl Uilenspiegel. Hoe verder de voorstelling vordert, hoe meer zijn spreken de muziek volgt van het Emanon Ensemble, tot dat muzikale spreken zelf een lied wordt.De vele talen die God spreekt verleent de tekst een bijwijlen exotisch klankenpalet.
Raf De Keninck (klarinet, saxofoon, percussie) en Ben Faes (contrabas, saxofoon, percussie) zijn veel meer dan begeleiders: het zijn medeacteurs die even expressief spelen als Van Vaerenbergh zelf. De veelkleurige, strakke prenten van Gerda Dendooven, wiens gelijknamige boekje de inspiratiebron vormde voor deze voorstelling, worden op de achtergrond geprojecteerd.Oog en oor worden zo op gelijke voet verwend, in dit gestileerde miniatuurtje.




Van Muzikale belevenissen

Geen opmerkingen: